
De klokkenmaker
Dors vrouw ligt op sterven. Hij beklimt de toren van Babel – streng verboden – om de goden te vragen haar meer tijd te schenken. Daarboven wacht een boze vader Tijd hem op. Opgesloten in een grot, moet Dor 6000 jaar boeten en luisteren naar alle aardse smeekbeden om meer tijd. Geen slaap, geen eten en hij wordt niet ouder. Dan mag hij terug naar aarde om zijn zonde goed te maken. Hij krijgt een opdracht mee. Op aarde wil een rijke zakenman het eeuwige leven ‘kopen’ en een 16-jarig meisje pleegt zelfmoord vanwege een jongen. Dor laat hen zien hoe het leven verdergaat na hun daden en moet hen overtuigen hun lot en leven te accepteren. Dan pas mag hij rustig sterven. Een interessant boek dat ons leert dat de eindigheid van het leven er juist voor zorgt dat elke dag bijzonder is. (AvG)