
Op lieflijke tonen
Met een symfoniegebouw als voornaamste decor, een begaafde en aantrekkelijke violiste en een enigszins koppige, maar knappe dirigent in de hoofdrol, en orkestmuziek op de achtergrond zit je als lezend publiek aan je stoel gekluisterd. Net als met haar andere romans weet de auteur van begin tot eind te boeien. Soms is het verhaal luchtig, af en toe gaat het de diepte in, het heeft een romantisch tintje, bevat de nodige humor en geeft je en passant wat historische feiten mee. Kortom, een fijne roman voor heel wat uurtjes leesplezier. (DH)