Dat kind is van ons allemaal

‘De kloof’ is niet meer weg te denken uit de media. Wie kent Sander Cornelis graaf Schimmelpenninck niet, of Joris Luijendijk? Maar ook een verhaal als dat van Hanna Hamberg op platform Lazarus past in deze trend. ‘Gelijke kansen voor iedereen’ meldt een verkiezingsposter. Was het maar waar.

De mensen aan weerszijden van de kloof komen elkaar in het dagelijks leven nauwelijks tegen. En áls ze elkaar al spreken, is het op afstand, als klant en als verkoopmedewerker, als automobilist en als automonteur. Arme mensen zonder werk ontmoeten vrijwel nergens mensen die meedoen in de maatschappij.

 

Het systeem

Vanessa Umboh bijt zich met haar Stichting Stem zonder gezicht, vast in het veelkoppige armoedemonster dat mensen van elkaar vervreemdt. Te vlot schuiven degenen aan de ‘goede kant van de kloof’ – zoals Reveillezers die een abonnement kunnen betalen – de afgezwaaide zwarte piet naar de andere kant. Verwijten liggen voor de hand: onhandige keuzes, niet opgelet, te weinig inzet. Kortom, eigen schuld.

Wij zijn gewend aan een maatschappij met een systeem. Liefde en barmhartigheid voor mensen in de knel worden ‘geregeld’: Voedselbank, Kledingbank, Leger des Heils, buurtmaatschappelijk werker, Kredietbank, afkickkliniek. Maar een systeem is onpersoonlijk. In een systeem kun je keihard bekneld raken, ontdekte Vanessa Umboh. Niet voor niets riep haar confrontatie met het armoedemonster haar tot de functie van moeder. Een moeder, geen systeem, maar warme betrokkenheid.

 

Onbekend maakt onbemind

Waar ontmoeten we mensen die door armoede 10-0 achter staan, soms al generaties achtereen? In de kerk zien we vooral mensen die het aardig voor elkaar hebben. Op het werk? Tja, onze collega’s hebben werk. Bij sportclub of vereniging? Daar zijn mensen die het lidmaatschap kunnen betalen. In onze straat dan? Nee, de huizen in onze straat zijn boven hun begroting. Alleen de basisschool is soms een plaats waar iedereen door elkaar leeft –  tenminste als welgestelde ouders niet kiezen voor een betere school aan de andere kant van de stad of voor particulier onderwijs. Hoe raken we bekend met de mensen achter de getallen?

“Armoede is niet vervelend voor kinderen vanwege te kleine schoentjes, geen ontbijt of geen verjaardagscadeautje. Armoede traumatiseert en verminkt je zelfbeeld, soms een leven lang”

Stem zonder gezicht

Armoede blijkt uit getallen in de krant, maar cijfers hebben geen gezicht. Voor Vanessa veranderde dat plotseling. Aan een aanvankelijk voorspoedige loopbaan kwam in 2016 plotseling een eind. In die tijd viel haar oog op een krantenberichtje. ‘Een vijfde deel van de Rotterdamse schoolkinderen zit dagelijks met honger in de klas’; 40.000 kinderen in haar eigen stad. Het bericht raakte haar diep. Een stem in haar, het leven zelf- zoals zij het benoemt, riep haar op te staan voor deze kwetsbare kinderen. Zij richtte als ‘moeder van 40.000 kinderen’ de stichting Stem zonder Gezicht op. Vastbesloten om deze onzichtbare kinderen te beschermen, in liefde te begeleiden, aandacht en erkenning te geven. Ze wilde voor hen opkomen en daarvoor samenwerken met de lokale overheid.

Op de website van Sjaak Magazine* vertelt ze dat ze de kinderen stukje bij beetje weer terug wil brengen in het hart van de samenleving. Om hen vandaag en morgen, maar ook daarna te helpen: ‘Het is ook investeren in de lange termijn. Wat denk je, als wij over veertig jaar hulp nodig hebben? Dat kinderen die we zelf in de stront hebben laten zakken ons gaan helpen? Nee man, die zeggen: rot op, jij hebt mij laten zwelgen in armoede, zoek het maar uit.’

 

Het verhaal

Journalist en schrijver Jasper van den Bovenkamp ontmoette Vanessa bij zijn werkzaamheden voor Sjaak Magazine*. Vanessa’s verhaal trof hem en hij besloot het te gebruiken voor een boek. Eerst wilde hij over een Rotterdamse schrijven die uit woede om de schending van mensenrechten vrijwillig in armoede ging leven. Vanuit die positie zou zij het gierende onrecht in de stad aankaarten tot iedere inwoner van het juk van armoede zou zijn verlost. Het boek kwam er niet. Maar wel een ander boek waarin Vanessa haar eigen verhaal vertelt.

Zij leefde drie jaar vrijwillig in armoede. Ze had werk kunnen zoeken, maar koos ervoor haar tijd te steken om zich in te zetten voor minderbedeelden. Zij verwachtte zo beter in staat te zijn ‘haar kinderen’ onder de aandacht te brengen. Mensen zeiden ‘Tjonge, geweldig zoals je dat doet’. Maar Vanessa had gedacht, gehoopt dat door haar instelling en haar missie ook anderen hun manier van werken en leven zouden aanpassen. Dat ze allemaal op hun eigen plek echt iets zouden doén om armoede terug te dringen. Maar in de praktijk blijken de meesten zich te houden aan de regels van hun vak, ook als die onrechtvaardig zijn of contraproductief. Tot haar verbijstering bleven effectieve veranderingen. Daardoor bezweek ze ten langen leste onder haar eigen armoedejuk. Om van haar burnout te herstellen had ze een flinke tijd nodig, bij haar ouders thuis, ver buiten de randstad. Haar ervaringen als fervent bestrijder van armoede resulteren in het boek ‘Moeder van 40.000 kinderen’ Voor de lezer voelt het boek alsof Vanessa bij je op de bank zit te vertellen. Zo’n relaas waarbij je soms denkt ‘Hé, dat zei je net ook al, ga daar nog eens verder op in?’ Of: ‘Ben je niet te idealistisch?’ Vanessa geeft armoede vele gezichten, zodat geen enkele lezer meer kan denken ‘Mij gaat het niet aan’.

 

Trauma

Zo vertelt ze over een basisschooldirecteur die zich verbaasde over haar passie voor de arme kinderen op zijn school. De directeur wees op de taak van de ouders als het gaat om het welzijn van de kinderen. ‘Het zijn toch niet mijn kinderen?’  ‘Jawel, zodra ze op school zijn, zijn het jouw kinderen,’ was Vanessa’s reactie. ‘Als hun ouders niet in staat zijn om zich druk te maken over hun kind, moet iemand anders dat toch doen? Je kunt ze toch niet aan hun lot overlaten? Dat kind lijdt onder een uitzichtloze thuissituatie, dan kun je toch niet zeggen: dat is mijn kind niet? Dat kind is van ons allemaal. Armoede is niet ‘vervelend’ voor de kinderen vanwege te kleine schoentjes, geen ontbijt of geen verjaardagscadeautje. Armoede traumatiseert en verminkt je zelfbeeld, soms een leven lang. Dat moet anders!’

 

“Als mensen niet kunnen rondkomen, is dat hun probleem. Moeten ze maar beter budgetteren, zich beheersen, geen dingen willen hebben waarvoor het geld ontbreekt”

 

Monster

Wie zelf niet aan de pijnlijke zijde van de armoedekloof klem zit, heeft makkelijk praten. Als mensen niet kunnen rondkomen, is dat hun probleem. Moeten ze maar beter budgetteren, zich beheersen, geen dingen willen hebben waarvoor het geld ontbreekt. Als mensen een lastige periode doormaken, moeten ze even wat langer doen met hun kleding. Stoppen met roken, hun huisdier wegdoen. Dit soort uitspraken horen vrijwilligers bij Voedselbank of Schuldhulpmaatje vaak, bijvoorbeeld als ze tijdens een verjaardag iets vertellen over hun vrijwilligerswerk. Het zijn woorden zonder liefde en compassie. Wie zo redeneert, begrijpt niet dat alles met alles samenhangt als het om armoede gaat. Individualisme, neoliberaal kapitalisme, participatiesamenleving, ondermaatse hulpverlening, (huiselijk) geweld, kansenongelijkheid, gebrek aan (professionele) compassie, onrechtvaardig woningbeleid, faillissement, depressie, licht verstandelijke beperking, scheiding. We doen veel aan symptoombestrijding, terwijl wij arme mensen niet vragen wat zij écht nodig hebben om verder te kunnen. Armoede is een veelkoppig ongrijpbaar monster.

 

Iedereen moet meedoen

Armoedebestrijding past niet achter één loketje, betoogt Vanessa keer op keer. Het systeem gaat het niet oplossen. Bedrijfsleven, politiek, zorg, onderwijs, sport, kunst, cultuur – alles is met alles verbonden en iedereen moet meedoen. Zonder te kijken naar ‘de andere kant van de medaille’: die ene procent die misbruik maakt (lui, schuldig, fraude…). Er zal pas verandering komen als mensen elkaar aankijken, elkaar zien, elkaar groeten, elkaar oprecht het beste wensen, met elkaar werken aan verbinding in de wijk en daadwerkelijk helpen. Als ze een gevallen kindje vriendelijk oprapen van de straat, omdat álle kinderen onze kinderen zijn…

 

Vanessa is er weer bovenop gekomen. Zij gaat door met haar missie. De stichting bestaat nog steeds. Recent meldde ze aan Reveil: “We maken ferme stappen. Ik heb een half jaartje na mijn dieptepunt weer even een baan gehad, maar heb er toch weer voor gekozen om terug te gaan naar mijn kinderen in Rotterdam. Ik leef nu van mijn overwaarde en kan daarmee mijn eigen activisme betalen.”

 

Joke Veerman

*Sjaak magazine is een initiatief van Wijkgebouw De Bron, ChristenUnie-SGP Rotterdam, House of Hope, Leger des Heils en Rotterdamse Sociale Alliantie in samenwerking met de voedselbank. Het blad verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid via deze en andere maatschappelijke organisaties.

 

“Armoede blijkt uit getallen in de krant, maar cijfers hebben geen gezicht.”

 

Meer Vanessa?

Vanessa Umboh (1978) is van Indonesische afkomst. Ze werd geboren in een portiekflat in Groningen in een gezin met twee kinderen. Haar vader werd als NATO-militair gestationeerd in Duitsland. Het gezin woonde in Bramsche nabij Osnabrück, een kleinschalige omgeving die Vanessa zich herinnert als warm en betrokken. Toen ze 15 was, verhuisde het gezin terug naar Nederland. Na haar studie ging zij als 21-jarige aan het werk in Rotterdam. Door haar werk in de jeugd-GGZ. ontdekte ze dat veel problematiek wortelt in armoede in de kindertijd. Zij signaleerde als klokkenluider onrecht in het werkveld en verloor haar werk. Tijdens een burn out werd ze door een roeping ‘van binnenuit’ geroepen op te staan tegen armoede. Met de oprichting van haar stichting Stem zonder Gezicht zette ze grootschalige armoede op de politieke agenda en organiseerde ze veel activiteiten. Toen haar WW-uitkering stopte, leefde ze drie jaar vrijwillig in armoede. Vanessa zet haar missie voort. Liefde, compassie en medemenselijkheid zijn de enige werkzame weg naar een rechtvaardiger samenleving.

 

Moeder van 40.000 kinderen

Het boek van auteur Jasper van den Bovenkamp ‘Moeder van 40.000 kinderen – Het verhaal van Vanessa Umboh’, vertelt hoe moeilijk het is om echt iets te veranderen in de samenleving, maar dat dat geen reden is om helemaal niets te doen. Vanessa’s verhaal biedt lessen voor mensen die willen leven voor hun idealen. In haar verhaal komen ook ervaringsdeskundigen aan het woord. Het boek bevat veel noten en veel nader leesmateriaal.

 

Deze column staat in het paasnummer van het onafhankelijk christelijk maandblad Reveil. Een inspirerend magazine vol boeiende artikelen. Over Pasen en over het leven. Om uit te delen. Op straat, in de buurt, via uw kerk, aan uw collega’s. Gewoon overal.

 Meer info of bestellen?

 

Neem een abonnement

 

Categorieën: Artikelen.