Drie dagen en drie nachten

Wat bedoelt Jezus als Hij zegt: drie dagen en drie nachten? Welke dagen en nachten?

De schriftgeleerden en farizeeën vragen Jezus om een teken. Tot tweemaal toe zelfs. Ja, wel vaker, vooral impliciet. Maar twee keer lezen we het expliciet. Eerst lezen we dat in Matteüs 12 en later nog een keer in Matteüs 16. En let op, de eerste keer vragen ze een teken nadat Jezus over vergeving en vrijspraak heeft gesproken.

 

Men accepteert geen teken

Bij de tweede keer staat er: om Hem op de proef te stellen. Ze willen een teken uit de hemel. Jezus moet zich maar eens legitimeren. Hij moet een teken uit de hemel tonen. Zouden ze dat trouwens doen, Hem geloven als Hij een teken zou verrichten?

In het evangelie volgens Johannes worden zeven tekenen beschreven. Het begint met water dat wijn wordt, heel goede wijn zelfs en het eindigt met de opwekking van Lazarus. Na die opstanding vergadert het Sanhedrin en dan spreekt Kajafas die beroemde woorden: “Besef toch dat het in jullie eigen belang is dat één mens sterft voor het hele volk. Zodat niet het hele volk verloren gaat.”

Men vraagt wel een teken, maar dus meer om Jezus op de proef te stellen, dan dat ze zelf bereid zijn een teken te accepteren. Het is geen open vraag, het is een strikvraag. Jezus weet dat ook en daarom vraagt Hij: “De aanblik van de hemel weten jullie wel te duiden, en de tekenen van de tijd niet?”

Dan krijgt men ook geen teken

Tsja, als men toch geen teken accepteren wil, dan krijgt men ook geen teken. Jezus wijst op het verschil en de parallel met Jona.

De Ninevieten geloofden, toen ze de prediking van Jona[1] hoorden en zij zijn tot inkeer gekomen. Ze hebben gevast en gebeden en niet zo’n klein beetje ook. En daar moeten jullie het mee doen, zal Jezus gezegd hebben. Ze krijgen dus geen nieuw teken, maar moeten het doen met het oude goed bekende teken van Jona.

 

Het teken van Jona

Wat is het teken van Jona? Jona is maar een klein Bijbelboek. Het is bijvoorbeeld korter dan het eerste hoofdstuk van Lucas. Het heeft maar 48 verzen. Maar er staan meerdere tekens in! Het lot werd geworpen en Jona werd aangewezen. Jona werd in die onstuimige storm overboord geworpen en de zee bedaarde. Jona werd opgeslokt in een grote vis en die spuugde hem na drie dagen en drie nachten uit. Jona preekte met tegenzin in Ninevé en ze geloofden hem nog ook. Nota bene tot ergernis van Jona zelf. En dan laat God in één nacht een wonderboom opschieten. Maar die wordt ook weer in één nacht aangevreten. En ook iets om over na te denken: het Bijbelboekje eindigt met een vraag: zou Ik dan Ninevé, die grote stad, niet sparen? De NBV vertaalt: zou ik dan geen verdriet hebben? Het gaat om de vergelijking. Jona wilde de wonderboom sparen en had daar verdriet over. En zó, net als Jona, nee, nog meer dan Jona, is onze God begaan met Ninevé!

 

Meer dan Jona!

Eigenlijk is het teken van Jona veel te klein. Ook de praal en de pracht van Salomo en zijn wijsheid zijn niets vergeleken bij die van Jezus. Daarom zegt Hij: “En hier ziet u iemand die meer is dan Jona!” Bij de vraag om een teken neemt Jezus als uitgangspunt, dat Jona in de vis heeft gezeten. Maar Hij breidt dat wel uit tot de gehele geschiedenis van Jona. Want de Ninevieten geloofden. Ze deden boete in stof en as en kwamen tot inkeer.

 

Buik en binnenste

En dan legt Jezus een relatie tussen de buik van de vis waarin Jona zat en het binnenste van de aarde waarin de Mensenzoon zal verblijven. Dat is volkomen nieuw! Wat wij aanduiden met de vier lijdensaankondigingen was nog niet aan de orde. Die komen pas later. Als ze voor de tweede keer om een teken vragen om Hem op de proef te stellen, is Jezus korter. Dan zegt Hij: hoe bestaat het, dat jullie tekenen aan de hemel wel weten te duiden als het gaat om het weer, maar dat jullie de tekenen van de tijd niet weten te onderscheiden? En dan zegt Hij alleen, dat ze geen ander teken krijgen dan dat van Jona, zonder specifiek een vergelijking te maken.

 

De vergelijking met Jona

Wat is die vergelijking? Veel christenen hebben moeite met die drie dagen. Van de middag op Goede Vrijdag waarop Jezus stierf tot aan de opstanding op Paasmorgen zijn toch geen drie dagen en drie nachten? Dat zijn amper twee etmalen, hoe zit dat dan? Als je van de opstanding op Paaszondag terugrekent, dan kom je uit bij donderdag, Witte Donderdag. Op die dag, bij de instelling van het Heilig Avondmaal, werd het Lichaam van Jezus gebroken. Hij brak het brood en zei: “Dit is Mijn Lichaam.” En zo is het ook gegaan met Zijn Bloed. Hij gaf zijn leerleerlingen de beker en zei: “Dit is Mijn Bloed, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden.”

 

Overgave

Niet pas toen Hij er niet meer onderuit kon, maar reeds op die Witte Donderdag heeft Jezus zich al overgegeven. Hij was er toe bereid. Hij brak het brood en zei het zelf: “Dit is Mijn Lichaam.” In de hof van Getsemané kwam hij tot overgave. Daar heeft hij gezegd: “Laat het niet gebeuren zoals Ik het wil, maar zoals U wilt.” Uw wil geschiede. En in het evangelie volgens Lucas – de arts! – lezen we: Hij werd overvallen door doodsangst en bad nog vuriger; zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond. Op die donderdag, die je kunt zien als de eerste van die drie dagen, heeft Hij gebeden: Vader als U het wilt, neem dan deze beker van Mij weg.

Zo mag je het teken van de drie dagen en drie nachten zien: In Getsemané was hij ver van de bewoonde aarde vandaan, maar vooral van de Vader in de hemel. Verlaten. Drie dagen en drie nachten was Hij in het binnenste van de aarde.

Simon Kadijk

 

Deze column staat in het paasnummer van het onafhankelijk christelijk maandblad Reveil. Een inspirerend magazine vol boeiende artikelen. Over Pasen en over het leven. Om uit te delen. Op straat, in de buurt, via uw kerk, aan uw collega’s. Gewoon overal.

 Meer info of bestellen?

 

Neem een abonnement

 

Categorieën: Geen categorie.